Huppelend water over de trap

Het water huppelt glinsterend de trap af

Plaats: Max Euweplein
Datum: 1992
Ontwerp: Pam Schellekens (1965) in in samenwerking met architectenbureau Zaanen
Materiaal: blauwe leisteen uit België
Maten: doorsnee middencirkel met fonteinen, 20 meter

Twee smalle bassins buigen als stenen sikkels om de lege middencirkel van het plein. De sikkels zijn halfronde trappen die nergens heen gaan. De ondiepe treden beginnen boven smal en lopen naar beneden breder uit. Het water huppelt met een vaartje de traptreden af en tinkelt en klokt tot het trommelend door de roosters in de grond verdwijnt. Op warme dagen staan duiven hun pootjes te koelen in de glinsterende stroom. Bij het levensgrote schaakspel aan de voet van de fontein verschuiven schakers bedachtzaam de reuzenstukken. Max Euwe kijkt van zijn hoge sokkel peinzend toe.

Pam Schellekens 

Niet lang na haar afstuderen - eind jaren tachtig van de twintigste eeuw - kreeg Pam Schellekens de opdracht voor de inrichting van het Max Euweplein. 
Na de Kunstacademie in België volgde Pam Schellekens de Design Academie te Nijmegen waar ze afstudeerde op ‘Mens en omgeving’ onder leiding van hoofddocent Marijke van der Wijst. Sindsdien beoefent Schellekens het vrije kunstenaarschap. 
Zij kwam terecht bij Architect Cees Spanjers van het bureau Zaanen, waar het ontwerp van het woning- en winkelcomplex rond het Max Euweplein vandaan kwam. Pam Schellekens kreeg de opdracht voor de inrichting van het Max Euweplein.
“Zij zaten op dat moment in een probleemfase met de inrichting van het Max Euweplein”, vertelt Pam Schellekens. “De gemeente keurde het ontwerp voor de inrichting van Zaanen af en het architectenbureau kon zich niet vinden in het plan van de gemeente. Zij dachten dat een nieuw gezicht een oplossing zou kunnen bieden en zo kreeg ik een kans. Er was een uitgebreid programma van eisen voor de inrichting van het Max Euweplein, een typisch Amsterdams schaap met vijf poten. Het plein moest overzichtelijk en ruim worden, alleen toegankelijk voor wandelaars en fietsers maar de brandweer moest er ook bij kunnen. Het plein was een onderdeel van de route P.C. Hooftstraat-Leidseplein, maar het moest onmogelijk zijn voor fietsers om overal kriskras doorheen te rijden. Veiligheid voor wandelaars was belangrijk, enzovoort. Ik wilde in het plein zo veel mogelijk ruimte houden en ontwierp de open waterpartij die richting geeft aan het fietspad. Het stromende water langs de traptreden geeft een levendig beeld en je kunt het water horen tinkelen. De gemeente en het architectenbureau Zaanen waren enthousiast over mijn ontwerp. Het werd goedgekeurd en mocht in ongewijzigde vorm worden uitgevoerd van de gemeente”.

Voormalig gevangenisterrein

In de tweede helft van de 19e eeuw verrees op de plek waar nu het Max Euweplein ligt een gevangeniscomplex met cellen, cipierswoningen en een kantongerecht. Het Huis van Bewaring kreeg de vorm van een kruisbouw en heeft daar een eeuw gevangenen “bewaard”. Omstreeks 1960 ontstonden de eerste gemeentelijke plannen om de gevangenis buiten het centrum te plaatsen. Een particulier projectontwikkelaar Bouwes, zag mogelijkheden voor het gevangenisterrein en kwam met een schetsontwerp voor een luxe hotel dat na lang aarzelen in 1969 door de gemeente in principe werd goedgekeurd. Maar toen het ontwerp in de publiciteit kwam, begonnen actiegroepen en buurtcomités heftig te protesteren. De werkgroep ‘Bouw-Es Wat Anders’, waar architecten als Herzberger en Van Eijk aan deelnamen, diende alternatieve plannen in voor de herbestemming van het gevangenisterrein.

Na jaren van discussie en inspraakrondes ging B&W in 1984 akkoord met het plan van architectenbureau Zaanen/BAM (Bataafse Aannemers Maatschappij BV). De buitenmuren van de kruisbouw van de vroegere gevangenis bleven staan. Binnen kwam een nieuwe indeling voor winkels, bedrijven en kantoren. De cipierswoningen werden verbouwd tot goede nieuwe woningen en winkels. Onder de cipierswoningen kwam een zuilengalerij, de brede entree naar het Max Euweplein vanaf de Weteringschans. Aan de oostelijk boog van het plein verrezen  huurwoningen en ruimte voor cafés en winkels, ontworpen door architect Cees Spanjers. Aan de Stadhouderskade werd het Casino/Lido-complex gebouwd. Een loop- en fietsbrug verbindt het plein met de oversteek naar het Vondelpark.

Schaakgrootmeester Max Euwe (1901-1981)

Op 6 juli 1996 werd het grote schaakspel op het plein officieel in gebruik genomen. Het idee voor zo’n levensgroot schaakbord op de vloer van het plein kwam van de tienjarige scholier David Zoggeren. Hij won daarmee de startersprijs van de gemeente Amsterdam. Dit staat te lezen op een tegel bij het schaakbord. De schaakstukken zitten opgeborgen in twee metalen kisten naast het zwart- en witgeblokte veld. Iedere ochtend om half negen opent Stadstoezicht de kisten en omstreeks negen uur ‘s avonds bergt Stadstoezicht de zwarte en witte stukken weer op. Op de tweede verdieping in de kruisbouw is het Max Euwecentrum gevestigd.
Max Euwe, doctor in de wis- en natuurkunde, leraar wiskunde en hoogleraar in de informatica in Amsterdam, was van 1921 tot 1954 schaakkampioen van Nederland. In 1935 versloeg hij de Russische schaakgrootmeester en wereldkampioen Aleksander Aljechin. Max Euwe is de enige Nederlander die ooit wereldkampioen schaken is geweest.
In 2004 is het borstbeeld van Euwe op een hoge sokkel bij het schaakbord geplaatst.

Literatuur en bronnen

Publiekaties 1993, Frank van Beek, Wim Vierling. Nieuw leven in de stad: het Max Euweplein. Uitgave Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam.
M.P.C. Overtoom, Het Max Euweplein in Amsterdam. Een stedelijk vernieuwingsproject nader bekeken. 1993. Universiteit van Amsterdam.
De Groene Amsterdammer, 14 april 2001. Matthias Mooij, Welopgevoede schaaklogicus.
Gesprek met kunstenares P.E.M. Schellekens.