Sneeuwwitje en de zeven dwergen

Een groot bassin, hoog opwervelende witte stralen in het midden en langs de rand zeven dwergfonteintjes daaromheen.

Plaats: Frederiksplein, verscholen in het groen.
Datum: 1968.
Aangelegd door: Publieke Werken.
Materiaal: beton, roestvast stalen sproeiers. 
Middellijn: bassin 20 meter.

Drie gebogen muren van muschelkalksteen begrenzen het pleintje rond de fontein: een kring van hoog opwervelende witte waterstralen in het midden en zeven lage pluimen daar omheen: sneeuwwitje en de zeven dwergen. In het voorjaar valt het licht door het jonge groen van de bomen en kaatst betoverend in het sprankelende water. Het bruisen en trommelen van het vallende water overstemt het geraas van het verkeer. In de winter staat de betonnen bak leeg, de fontein zwijgt, de kale takken wijzen naar de jagende wolken of het strakke hemelsblauw.

Eerste fontein bij sprookjespaleis in 1892

Waar nu de trams denderen tussen de Sarphatistraat en de Weteringschans stond van 1864 tot 1929 een gebouw van ijzer en glas, het Paleis voor Volksvlijt*. Bouwmeester Cornelis van Outshoorn (1810-1875) liet zich bij het ontwerpen van het Paleis voor Volksvlijt inspireren door het Crystal Palace in London.
Het Paleis voor Volksvlijt werd het modernste en grootste gebouw in Amsterdam met een lengte van 126 meter en een breedte van maximaal 81 meter. Het koepeldak was 31 meter hoog. De hoofdingang lag precies in het verlengde van de Utrechtsestraat. Het achthoekig middenschip van het gebouw droeg een ellipsvormige koepel waarop een reusachtig Victoriabeeld stond, met vleugels op de schouders en een fakkel in de hand op 62 meter hoogte van de begane grond. Het Paleis bestond uit duizenden glazen panelen, bevestigd in ijzeren en houten steunbalken. De gietijzeren elementen aan de buitenkant waren versierd met ornamenten als van kantwerk. Het gebouw bevatte naast de Grote Zaal op de begane grond met rondom gaanderijen nog zo'n acht kleinere zalen op de eerste verdieping, allen bedoeld als tentoonstellingsruimten. Door de talloze hoge boogramen in gevels en koepel viel veel daglicht naar binnen. 's Avonds veranderde het gebouw in een sprookjespaleis door de duizenden gasvlammetjes die de zalen verlichtten. Jaren later werd elektrische verlichting aangebracht en centrale verwarming geïnstalleerd. Aan de achtergevel van het Paleis voor Volksvlijt ontwierp tuinarchitect J.D. Zocher een tuin met terrassen en een muziekprieel waar openluchtconcerten werden gegeven. De tuin liep tot aan de Singelgracht, daarachter lagen weilanden. 
In 1870 besloot de gemeente Amsterdam om voor het 'Paviljoen van glas' een plantsoen aan te leggen, ook weer ontworpen door Zocher. In dat zelfde jaar kreeg het terrein de naam Frederiksplein. In 1892 werd, midden voor het Paleis, een fontein aangelegd, een geschenk van de 'Vereeniging ter Bevordering van Vreemdelingenverkeer'. Gemeentearchitect en hoofdopzichter A.W. Weissman maakte het ontwerp en gebruikte als eerste in Amsterdam gewapend beton voor het bassin. De fontein lag in een groot rond grasperk, waar de trambaan vanuit de Utrechtsestraat omheen boog, naar links de Hoge Sluisbrug op en naar rechts richting Weteringschans.

Tweede fontein

Het Paleis voor Volksvlijt brandde in 1929 geheel af en is niet meer herbouwd, het plantsoen met fontein verdween. De Nederlandse Bank kocht de grond en liet er een bankgebouw neerzetten, ontworpen door Professor Duintjer. Het Frederiksplein werd opnieuw ingericht. Door een gift van de Nederlandse Bank kon Publieke Werken een nieuwe fontein aanleggen op ongeveer dezelfde plek waar al eerder het water sproeide, een herinnering aan het eens zo flonkerende glazen paleis. 

Literatuur en bronnen

Emile Wennekes, Het Paleis voor Volksvlijt (1864-1929). 'Edele uiting ener stoute gedacht'. 1999. Sdu Uitgever.
Michael Franciscus Wagenaar, Amsterdam 1876-1914. Economisch herstel, ruimtelijke expansie en de veranderende ordening van het stedelijk grondgebruik. 1990. Proefschrift Universiteit van Amsterdam. 
Ons Amsterdam 1968. Afdeling gereedmaken fonteinen, De nieuwe fontein op het Frederiksplein.

*Zie hoofdstuk ‘Een momument voor dr. Samuel Sarphati’