Het vierkante bassin met zwart granieten rand ligt verzonken in een tegelvloer. In een hoek van het bassin staat een slanke obelisk. De zwart glanzende gedenknaald eindigt in twee krachtige handen, die elkaar grijpen in verbondenheid.
Plaats: Adama van Scheltemaplein.
Datum: 30 april 1933.
Beeldhouwer: Tjipke Visser (1876-1955)
Architect: J Gratama
Materiaal: zwart graniet, hardsteen
Afmetingen obelisk: hoogte 4.10 m breedte 0.30 diepte 0,30 m
Het vierkante bassin met zwart granieten rand ligt verzonken in een tegelvloer. In een hoek van het bassin staat een slanke obelisk. De zwart glanzende gedenknaald eindigt in twee krachtige handen, die elkaar grijpen in verbondenheid. Uit een bloem aan de polsen ontspringt de fontein, een waterstraal valt in een wijde boog omlaag en spat uiteen op een stenen tafelblad in het bassin aan de voet van de obelisk. Op een zwart granieten plaat aan de binnenrand van het bassin staat gebeiteld: Carel Steven Adama van Scheltema.
Volksdichter Carel Steven Adama van Scheltema (1877-1924)
Carel Steven Adama van Scheltema, geboren in Amsterdam, werd vernoemd naar zijn grootvader, de hervormd predikant Carel Steven Adama van Scheltema (1815-1897). De sociaal bewogen grootvader moet grote indruk gemaakt hebben op de kleinzoon.
Het oude adellijke geslacht Adama van Scheltema komt oorspronkelijk uit Friesland. Grootvader C.S. Adama van Scheltema kwam in 1848 naar Amsterdam. Zijn zoon Frederik Adama van Scheltema trouwde met de koopmansdochter Hinne Lulofs. Zij kregen vier kinderen. Hun oudste zoon Carel Steven ontwikkelde zich tot de meest gelezen volksdichter van zijn tijd.
Het begaafde overgevoelige kind voelde zich onbegrepen en ongelukkig en kwam in opstand tegen de strenge opvoeding thuis en het klassieke onderwijs op het gymnasium. De vader verwachtte niet veel van het schrijverstalent van zijn zoon. Ook tijdens zijn studie medicijnen aan de universiteit van Amsterdam vond de aankomende dichter weinig begrip bij zijn studiegenoten voor zijn groeiende idealen en gevoel voor kunst. Toen zijn vader in 1899 overleed erfde Carel Steven een klein kapitaal. Hij besloot zich helemaal aan het schrijverschap te wijden.
Carel Steven was, zoals vele kunstenaars en intellectuelen in die tijd, lid van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP). Hij vond bestemming voor zijn idealen en levensbeschouwing in de strijd van de socialistische arbeidersklasse tegen het kapitalisme. Voor hem was het niet alleen een klassenstrijd, maar ook een strijd “voor het heil van heel de menschheid” en voor een betere en rechtvaardiger maatschappij. Door uitbuiting en rechteloosheid had het proletariaat het vermogen verloren om te genieten van kunst en in het bijzonder van poëzie. Het ideaal van Carel Scheltema was om als dichter een leider en opvoeder van het volk te zijn, in dienst van het volk.
(uit Zwerversverzen)
Ik heb die verzen niet voor mij geschreven.
Met al die rijm en moeilijke maat, -
Voor jou, - ze zijn voor jou juist kameraad,
Met zorg gemaakt, gedrukt en uitgegeven...
Ik heb ze zuchtend uit mijn hart gehaald,
Om ze al lachende aan jou te geven!
Carel Scheltema schreef lyriek die toegankelijk in taal, ritme en rijm was. Met zijn socialistische strijdliederen, (‘Het is lente geworden, Waakt op, proletaren!’) en verzen over de natuur bereikte hij ook de eenvoudige niet geschoolden. Hij was de meest gelezen schrijver en dichter van zijn tijd.
Beeldhouwer Tjipke Visser
Al in 1925 had Tjipke Visser een beeld gemaakt voor het graf van Carel Steven Adama van Scheltema. Het grafmonument staat op de begraafplaats Westerveld.
Tjipke Visser, geboren in Workum als zoon van een houtkoopman, leerde boetseren onder leiding van Mendes da Costa op de Rijksacademie in Amsterdam. In 1902 begon hij als tekenleraar les te geven in Edam. In dat zelfde jaar had hij zijn eerste tentoonstelling in Amsterdam. In 1907 ging hij in Bergen wonen om zich volledig toe te leggen op zijn kunst. Visser maakte realistisch werk, waarbij hij al het toevallige wegliet en het essentiële in grote vlakken probeerde uit te beelden. Vakmanschap stond voorop. Hij leerde de techniek beheersen bij het bewerken van de meest verschillende materialen, zoals de verschillende soorten hout, zandsteen en graniet, albast, brons en zilver, beton en klei. Tjipke Visser maakte portretten van bekende persoonlijkheden en kinderen (meestal van klein formaat) en symbolische plastieken, zoals de bronzen Pandora met de wind in haar haren en kleed. In zijn geboorteplaats Workum is een door hem gesneden aalscholver te zien als versiering aan een lessenaar. In zijn latere werk streefde hij naar meer monumentaliteit en kregen zijn beelden een ideologisch en symbolisch karakter. Zestig jaar oud werd hij gehuldigd, omdat hij een van de eerste beeldhouwers was die vernieuwing bracht in de beeldhouwkunst in Nederland.
Het gedenkteken
Negen jaar na de dood van Carel Steven Adama van Scheltema, in 1933, is een monument voor hem opgericht in zijn geboortestad Amsterdam. Een groep vrienden en bewonderaars, waaronder kamerlid W. Alberda, architect H.P. Berlage, toneelspeler W. Royaards en schilder J. Toorop, nam het initiatief en zamelde geld in bij collega-socialisten en de arbeidersbeweging voor het gedenkteken. Op 30 april 1933 werd de fontein op het Adama van Scheltemaplein in werking gesteld door burgemeester W. de Vlugt met de woorden; “in dienst van de schoonheid heeft Adama van Scheltema aan velen willen geven; hij heeft een plaats in de harten van zeer velen veroverd.”
Op 1 mei herhaalde socialistisch Amsterdam de inwijding nog eens. Over het volgestroomde plein klonk het lied van de volksdichter ‘De Rooden Roepen’, terwijl honderden vlaggen en banieren wapperden in de wind.
Literatuur en bronnen
Archief Stedelijk Museum, stamboek no. VBA 1756.
R.W.P. de Vries, Levensbericht van Frederik Adama van Scheltema. 1899.
F. Drost, Carel Steven Adama van Scheltema. Proefschrift. 1945.
D. van Dalen, L.E.J. Brouwer en C.S. Adama van Scheltema. Droeve snaar, vriend van mij. Brieven. 1984.
Pieter Koomen, In het zand geschreven.
I.J. Brugmans, De arbeidende klasse in de 19e eeuw (1813-1870).
Dr. Rolf Schuursma, Jaren van opgang. Nederland 1900-1939.
Arnold van Lottum, Gesprekken met kunstenaars. C.S. Adama van Scheltema. 1924.
Het Volk, jaargang 1908. Gemeentelijk Archief Amsterdam.
J.F. Ankersmit, Ter herdenking van Adama van Scheltema.